Gladheid en strooiroutes

Bij gladheid strooien wij een deel van de wegen en fietspaden binnen de gemeente. Er zijn een aantal vaste strooiroutes. 

Dit zijn de strooiroutes.

De winterploeg van de gemeente start met het strooien aan de hand van de weersberichten van Meteo Consult.

  • Maak uw stoep sneeuwvrij. Veeg de sneeuw naar de rand van de stoep en niet de weg of het fietspad op. Houd de putten voor uw huis sneeuwvrij. Wanneer de sneeuw smelt, kan het water makkelijker wegstromen.
  • Strooi zout. Strooi niet te dicht bij bomen en struiken, voor het milieu is het beter om de sneeuw aan de kant te vegen.

Inleiding

De gemeente Geertruidenberg heeft als wegbeheerder de zorg voor de kwaliteit van de wegen op het grondgebied binnen de gemeentelijke grenzen. Er is wettelijk vastgelegd dat de gemeente aansprakelijk is voor “de instandhouding, bruikbaarheid en veiligheid” van de wegen. Dit geldt jaarrond, dus ook tijdens de winterperiode.

Er is voor de gemeente dus sprake van een verantwoordelijkheid op het gebied van gladheidbestrijding. Het gaat hier overigens om een inspanningsverplichting en niet om een garantieverplichting. Er is een zorgplicht voor de wegbeheerder voor een goed en vooral veilig begaanbaar wegennet.

De wegbeheerder dient derhalve een gladheidbestrijdingsplan op te stellen om zodoende aan te tonen dat haar inspanningsverplichting zorgvuldig is ingevuld. Daarin is onder andere vastgelegd op basis van welke prioritering wegen gestrooid worden. Dit beleidsplan geeft de keuzes weer die zijn gemaakt ten aanzien van de uitvoering van de gladheidbestrijding en de afstemming met omliggende beheerorganisaties. Dit beleidsplan is de basis voor de operationele uitvoering.

Hierbij dient er nog opgemerkt te worden, dat in het beleidsplan met gladheid wordt bedoeld: de gladheid veroorzaakt door winterse weersomstandigheden. Gladheid veroorzaakt door bijvoorbeeld modder, slib, olie, vetten etc. valt niet binnen de reikwijdte van het beleidsplan.

Dit plan is opgesteld om minimaal vijf jaar lang de gladheidbestrijding te waarborgen. Het rapport wordt telkens na een periode van 1 jaar geëvalueerd en eventueel geactualiseerd.


2. De kaders

2.1 Leidraad gladheidbestrijding CROW

Het CROW heeft richtlijnen opgesteld ten behoeve van gladheidbestrijding. Het landelijke kennisinstituut voor inrichting en beheer van infrastructuur, het CROW, heeft richtlijnen opgesteld ten behoeve van gladheidsbestrijding. Daarin wordt onderscheidt gemaakt tussen de type wegen en de uitruk- en actietijden bij de strooiacties. Strooiacties zijn daarnaast te verdelen preventieve en curatieve strooiacties

Uitruk- en actietijden bij preventieve strooiacties

Bij preventieve strooiacties, dus bij strooiacties op wegdekken die nog niet glad zijn maar naar verwachting glad worden, wordt de minimale tijd voor uitrukken en strooien bepaald door de zekerheid waarmee voorspeld kan worden wanneer het wegdek glad wordt. Met de huidige stand van de techniek bedraagt de termijn waarop met zeer grote waarschijnlijkheid kan worden gesteld waar en wanneer het wegdek glad wordt twee uur. Afhankelijk van het type gladheid kan deze periode langer zijn. Wanneer een gladheidcoördinator dus met vrij grote zekerheid wil beslissen of hij wel of niet terecht laat strooien, moet ernaar gestreefd worden de uitruk- en actietijden niet langer te laten zijn dan twee uur. Hij kan om verschillende redenen (bijvoorbeeld vanwege Arbo-aspecten) besluiten eerder te gaan strooien, maar hij heeft dan minder zekerheid over het feit of de strooiactie terecht wordt uitgevoerd.

Uitruk- en actietijden bij curatieve strooiacties

Bij curatieve strooiacties, dus wanneer het wegdek reeds glad is, zijn de uitruk- en actietijden gedifferentieerd voor de verschillende wegcategorieën. Voor het vaststellen van deze tijden zijn geen kwantitatieve relaties beschikbaar tussen de mate van gladheid en de verkeersveiligheid en de capaciteit van het wegennet. De tijden zijn daarom vastgesteld op basis van de antwoorden op de volgende vragen:

  • Wat mag de weggebruiker redelijkerwijs verwachten?
  • Wat is het belang van de betreffende wegcategorie?
  • Wat is redelijkerwijs mogelijk binnen het beschikbare budget?
  • Wat is maatschappelijk acceptabel?

Het CROW heeft per wegcategorie richttijden (actietijd) gegeven voor de curatieve strooiacties. Ook is hierbij de prioriteitsvolgorde aangegeven voor de verschillende categorieën wegen en de voorkeurswijze van de gladheidbestrijding (preventief of curatief).

Wegen buiten de bebouwde kom

prio hoog       Gebiedsontsluitingsweg (GOW) 80 km/h  preventief en curatief binnen 3 uur

prio middel    Erftoegangsweg (ETW) 60 km/h                preventief en curatief binnen 4 uur

prio hoog       Vrijliggend fietspad                                    preventief en curatief binnen 3 uur

Wegen binnen de bebouwde kom

prio hoog       Gebiedsontsluitingsweg (GOW) 50 km/h  preventief en curatief binnen 3,5 uur

prio laag        Erftoegangsweg (ETW) 30 km/h                curatief binnen 48 uur*

prio hoog       Vrijliggend fietspad                                     preventief en curatief binnen 3,5 uur

*Op erftoegangswegen, woonerven en parkeervoorzieningen binnen de bebouwde kom wordt alleen curatief gestrooid bij langdurige gladheid. Wanneer de gladheid zich slechts enkele uren voordoet, wordt op deze categorieën wegen niet gestrooid.

2.2 Wegcategorisering Geertruidenberg

In het “Mobiliteitsplan Geertruidenberg” is de wegcategorisering binnen onze gemeente vastgesteld. Onderstaande figuur laat de wegcategorisering zien. Hierop zijn alleen de hoofdwegen ingekleurd. De overige wegen zijn erftoegangswegen, zowel binnen als buiten de bebouwde kom.

Wegcategorisering


3. Strooibeleid Geertruidenberg

De gemeentelijke wegcategorisering vormt in combinatie met de richtlijnen van het CROW de uitgangspunten voor het bepalen van de gladheidsbestrijding in onze gemeente. In afwijking van de richtlijn van het CROW maakt de gemeente Geertruidenberg in dit gladheidsbestrijdingsplan geen onderscheid in wegen binnen en buiten te bebouwde kom.

Die keuze komt voort uit het feit dat er in ons buitengebied relatief weinig wegen liggen en er derhalve geen noodzaak is om deze verdeling te maken. Daarnaast is gekeken naar de ligging van maatschappelijke en economisch belangrijke locaties. Dergelijke locaties liggen niet altijd aan een gebiedsontsluitingsweg. Toch vindt de gemeente Geertruidenberg het belangrijk om dergelijke locaties bereikbaar te houden. Met deze overwegingen is het volgende strooibeleid bepaald;

Prio 1  Gebiedsontsluitingswegen incl. bijbehorende fietspaden en busroute’s;

preventief en curatief binnen 3,5 uur

Prio 2  Erftoegangswegen naar maatschappelijke voorzieningen en werklocaties

preventief en curatief binnen 3,5 uur

Prio 2 Vrijliggend fietspad

preventief en curatief binnen 3,5 uur

Binnen de eerste prioriteit zijn de gebiedsontsluitingswegen opgenomen, al dan niet met de naastgelegen fietsverbindingen. Ook de fietstunnels en busroute’s zijn daarin opgenomen voor zover deze al niet bij een gebiedsontsluitingsweg horen.

Daarna worden de erftoegangswegen naar maatschappelijke en economisch belangrijke locaties gestrooid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:

  • gezondheidszorg (b.v. wijkgezondheidscentra, verpleegtehuizen, apotheken);
  • de maatschappelijke zorg (b.v. het gemeentehuis, postkantoor, busstation, bejaardentehuis, bejaardenwoningen);
  • dienstencentra (b.v. wijkcentra, winkelcentrum, markt);
  • bedrijventerreinen.

Op overige erftoegangswegen, woonerven en parkeervoorzieningen binnen de bebouwde kom wordt niet gestrooid.

Nadat deze strooiroutes zijn afgewerkt zal beoordeeld worden of herhaling gewenst is. Bij aanhoudende gladheid worden de routes herhaald. Is er sprake van hevige, aanhoudende sneeuwval, dan worden de voertuigen voorzien van sneeuwschuivers.


4. Afstemming met aangrenzende gemeenten

Er bestaan afspraken met aangrenzende wegbeheerders over welke wegen door wie worden gestrooid. Door het samenspel tussen de wegbeheerders ontstaat er een goed op elkaar afgestemde gladheidbestrijding. Tevens worden hierdoor de routes geoptimaliseerd en dat bespaart weer tijd en geld.

Met de omliggende gemeenten zijn de volgende afspraken gemaakt:

  • De gemeente Waalwijk strooit het fietspad Halve Zolenlijn tot aan de Wielstraat te Raamsdonk en de Overdiepsepolderweg in de Overdiepsepolder;
  • Met de gemeente Dongen is afgesproken dat de Wielstraat door onze gemeente gestrooid wordt tot de gemeentegrens met de gemeente Dongen.
  • De gemeente Oosterhout strooit de fietspaden en de rijbaan van de Oosterhoutseweg tot aan “Het Gat” te Raamsdonk;
  • De gemeente Drimmelen strooit de fietspaden en de rijbaan van de Kanaalweg Oost tot en met de rotonde bij de Amerweg.

5. Reikwijdte verantwoordelijkheid

De gemeente doet al het mogelijke aan de bestrijding van de gladheid. Maar gladheid is altijd over een groot gebied verspreid en de bestrijding kan niet altijd overal én direct plaatsvinden. Weggebruikers zijn in de basis ook zelf verantwoordelijk om hun gedrag aan te passen aan de op dat moment heersende omstandigheden. Van de weggebruiker mag worden verwacht dat hij bij “winterse” omstandigheden met een grote mate van oplettendheid en voorzichtigheid aan het verkeer deelneemt. De weggebruiker heeft daarnaast tijdens dergelijke omstandigheden ook een aantal keuze’s; is zijn reis noodzakelijk of kan deze wellicht op een ander moment plaatsvinden. In dit soort omstandigheden kan de gemeente als wegbeheerder niet altijd zonder meer aansprakelijk worden geacht voor eventueel ontstane schade.