Wanneer komt u in aanmerking voor een kwijtschelding?
Als gemeente gebruiken we een normbedrag. U komt pas in aanmerking voor een kwijtschelding als u onder dit bedrag uitkomt. We kijken hierbij naar uw vermogen, inkomen en woonsituatie.
Iemand die vermogen heeft kan in principe geen kwijtschelding krijgen. Met vermogen bedoelen we een bank- en/of girosaldo, een auto, een stuk grond, een tweede woning, een caravan, een boot, effecten, aandelen, vorderingen, spaarbrieven, lijfrentepolissen, kapitaal/levensverzekeringen enz. Ook de overwaarde van de eigen woning (het verschil tussen waarde van de woning en de schuldrest van de hypotheek) behoort tot het vermogen
Meer vermogen
Om te beoordelen of u voor kwijtschelding in aanmerking komt wordt onder andere gekeken naar het saldo op uw bankrekeningen. Gemeenten en Waterschappen mogen een ruimere vermogensgrens voor kwijtschelding hanteren. De ruimere vermogensgrens is aangenomen en hanteren we vanaf 1 januari 2023. Het kan daarom zijn dat u door deze verhoging nu wel recht op kwijtschelding heeft.
Dit kan bijvoorbeeld zijn: salaris, vakantietoeslag, uitkering (UWV/SVB), pensioen, studiefinanciering, alimentatie (kind of partner), heffingskorting, inkomstenbelasting. Het inkomen van uw eventuele partner telt ook mee.
Hierbij telt uw ‘netto-besteedbare inkomen’. Dat zijn al uw inkomsten verminderd met vaste uitgaven. Denk bijvoorbeeld aan uw huur, hypotheek(rente), ziektekostenverzekering en (steeds terugkerende) hoge ziekte- of invaliditeitskosten.
Andere uitgaven zoals gas, stroom, water, televisie/internet/telefoon, autobelasting of verzekering tellen we niet als uitgaven mee.
Met uw woonsituatie bedoelen we of u kostendelers in huis heeft of niet. Dit zijn de personen vanaf 27 jaar die ook in uw huis wonen. Als er meer personen in één woning wonen, kunnen zij de woonlasten delen.
Of u een kwijtschelding krijgt, hangt af van uw persoonlijke situatie. U kunt daarom het beste telefonisch contact met ons opnemen via tel. 14 0162 voordat u een aanvraagformulier opstuurt.