Gemeentelijke monumenten

Is uw eigendom genomineerd om te worden aangewezen als gemeentelijk monument of is het dit al? Hier leggen wij uit wat een monument is, wat de aanwijzingsprocedure inhoudt en wat een aanwijzing als gemeentelijk monument voor u betekent.

De gemeente Geertruidenberg heeft veel cultureel erfgoed. Wij vinden dit erfgoed heel belangrijk en willen hier goed voor zorgen. Veel hiervan is al beschermd. De gemeente heeft op dit moment 123 Rijksmonumenten 103 gemeentelijke monumenten en 81 beeldbepalende panden. De historische kern van vestingstad Geertruidenberg is een rijksbeschermd stadsgezicht.

In onze Erfgoednota (2016) staat dat we het erfgoedbeleid verder willen uitbouwen. Dit willen we omdat het erfgoed veel culturele en maatschappelijke waarde heeft. Wij maakten daarom een opsomming van gebouwen en objecten die belangrijke historische waarde hebben, maar nog niet beschermd zijn als monument. We deden dit samen met de lokale erfgoedinstanties.

Wij willen nu een groot aantal hiervan als gemeentelijk monument aanwijzen. Dit doen we om de cultuurhistorische waarde ervan voor onze kinderen te bewaren. Zo heeft gemeente Geertruidenberg niet alleen een rijk verleden, maar ook een rijke toekomst!

Monumenten zijn bijzondere en mooie resten uit het verleden die iets laten zien van de cultuur van de generaties voor ons. Ze laten onder andere historische en architectonische kwaliteit zien die het bewaren waard is. Deze resten maken onderdeel uit van onze identiteit.

Gemeentelijke monumenten zijn onroerende zaken (gebouwen of objecten) die een deel zijn van het culturereel erfgoed in de gemeente. Deze onroerende zaken kunnen we vanuit de gemeentelijke Erfgoedverordening aanwijzen als gemeentelijk monument.

Daarnaast zijn er Rijksmonumenten. Dit zijn monumenten van nationaal belang, die de Minister van OC en W aanwees. Deze zijn beschermd vanuit van de Erfgoedwet.

Hieronder lichten we de gang van zaken toe voor de aanwijzing van een gebouw/object als gemeentelijke monument. De informatie hieronder geldt voor zowel een gebouw als een zogenoemd onroerend object als gemeentelijk monument. De gang van zaken is geregeld in de gemeentelijke Erfgoedverordening.

Waarderingscriteria

De waardering van het gebouw/object is gedaan aan de hand van de volgende criteria:

1. cultuurhistorische waarden;

2. architectuur- en kunsthistorische waarden;

3. situationele en ensemblewaarden;

4. gaafheid en herkenbaarheid;

5. zeldzaamheid

 

Ook waardeerden we de mate waarin het object/element karakteristiek en identiteitsdrager is, wat betreft de historisch bepaalde identiteit van de gemeente.

Deze toetsingscriteria zijn onderdeel van de gemeentelijke Erfgoednota.

Voor het gebouw maken we een redengevende omschrijving met een omschrijving van de monumentwaarde van het gebouw. Een bouwhistoricus stelt deze omschrijving op. Hierin vermeldt hij ook of heel het gebouw onder de bescherming als monument valt of alleen een gedeelte ervan. Dit kan bijvoorbeeld alleen de buitenzijde van het gebouw zijn. De beschrijving vormt de basis bij de beoordeling van mogelijke wijzigingen: wat daarin als belangrijk wordt beschreven, wordt strenger getoetst dan wat van minder belangrijk is.

Voornemen tot aanwijzing als monument; mogelijkheid van zienswijzen

Op basis van de redengevende omschrijving van het monument start de officiële aanwijzingsprocedure via een brief aan de eigenaar en eventuele andere belanghebbenden (zakelijk gerechtigden). Wij stellen de eigenaar, gedurende de in de brief genoemde periode, in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen over het voornemen van de gemeente om het gebouw/object aan te wijzen als monument. Het is belangrijk om de omschrijving van het pand goed te controleren op het moment dat u zienswijzen indient, zodat u eventuele fouten kunt laten corrigeren.

Voorbescherming

Vanaf het moment dat de eigenaar de brief ontvangt waarin wij laten weten dat de gemeente van plan is om zijn of haar gebouw/object aan te wijzen tot gemeentelijk monument, geldt de zogenaamde voorbescherming. Dit betekent dat de gemeente het gebouw/object vanaf dan behandelt en beschermt alsof het al een monument is.

Besluit

Na de bovengenoemde periode voor zienswijzen neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit of zij wel of niet aanwijzen als monument. Daarbij houdt het rekening met ingediende zienswijzen. Van dit besluit stellen de eigenaar schriftelijk op de hoogte.

Na bekendmaking van het aanwijzingsbesluit is het gebouw/object geheel of deels beschermd, afhankelijk van wat er volgens de redengevende omschrijving onder de bescherming valt.

Bezwaar- en beroepsprocedure

Als een eigenaar (of belanghebbende) het niet eens is met het besluit van het college, kan hij binnen zes weken na verzending van het besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Het college van burgemeester en wethouders stelt de bezwaarmaker in de gelegenheid het bezwaarschrift mondeling toe te lichten. Daarna volgt een besluit van het college over het bezwaarschrift. Als zij besluiten om de bezwaren ongegrond te verklaren, blijft het gebouw/object een gemeentelijk monument. Men kan dan nog tegen dit besluit een beroepschrift indienen bij de rechtbank.

De aanwijzing als gemeentelijk monument betekent niet dat u niets aan het gebouw meer mag veranderen. Ook de gemeente wil de gebruiksmogelijkheden van een monument zo min mogelijk te beperken. De eigenaar mag dus best verbouwen en veranderen, zolang hij of zij de historische waarde van het gebouw/object maar respecteert. Voor de meeste bouwactiviteiten heeft u overigens ook nu al een vergunning nodig in relatie met regels zoals de Omgevingswet, het omgevingsplan, brandvoorschriften, welstandsbeleid, enzovoort.

In het algemeen is een omgevingsvergunning nodig voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een gemeentelijk monument. Ook voor het herstellen van een beeldbepalend pand, gebruiken of laten gebruiken ervan op een manier waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. In principe zijn alle ingrepen die een wijziging of ontsiering van de bestaande bouwkundige structuur en historische kenmerken inhouden vergunningsplichtig. Dit is geregeld in de Erfgoedverordening en de Omgevingswet. We hechten veel waarde aan een omgevingsoverleg door een initiatiefnemer met de gemeente, voorafgaand aan de indiening van een vergunningaanvraag. Hiervoor kunt u een afspraak maken met de vergunningverleners van team Omgevingswet van de Gemeentewinkel via de gemeentelijke website of telefonisch (tel. 14 0162).

Met veranderingen aan een gemeentelijk monument bedoelen we niet alleen interne of externe verbouwingen of uitbreidingen. Ook bijvoorbeeld het aanbrengen van andere dakpannen, kozijnen, reclame, het wijzigen van de kleuren van het schilderwerk of het opnieuw voegen van een gevel zijn een wijziging, indien en voor zover beschermde monumentale waarden in het geding zijn.

De omgevingsvergunning is bedoeld om er op toe te zien dat de waardevolle elementen van een gebouw of object worden behouden. Natuurlijk beoordelen we de vraag wat nu precies wel en niet mag per geval en aan de hand van de plannen. Voordat een omgevingsvergunning kan worden verleend, vragen we advies aan de gemeentelijke adviescommissie (commissie ruimtelijke kwaliteit) over de vraag of het plan zorgvuldig genoeg omgaat met monumentale waarden.

Bij grote restauraties, maar ook bij kleinere restauraties, en ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen in het beschermd stadsgezicht kan de gemeente een bouwhistorisch of cultuurhistorisch onderzoek eisen. Ook daarom is een omgevingsoverleg belangrijk voordat u een vergunning aanvraagt.

Uitgebreide regels voor het verbouwen, wijzigen en restaureren van monumenten, beeldbepalende panden en historische boerderijen kunt u opvragen bij beleidsmedewerker monumentenzorg Robert Celie. Dit kan via 14 0162.

In de Erfgoedverordening (artikel 13) staat een instandhoudingsplicht voor gemeentelijke monumenten. Dit betekent dat de eigenaar van het monument zijn pand zo moet onderhouden dat de instandhouding en de monumentale waarden ervan zeker gesteld zijn.

Het is overigens altijd aan te raden een pand goed te onderhouden. Daarmee worden veel duurdere restauraties en onderhoudskosten voorkomen.

Voor de uitvoering van normaal onderhoud, als het gaat om detaillering, profilering, vormgeving, materiaalsoort en kleur van het monument niet wijzigen, is geen omgevingsvergunning nodig op grond van deze verordening. We adviseren om bij vragen over of iets wel of niet vergunningsplichtig is in een vroeg stadium contact op te nemen met de medewerkers van team Omgevingswet van de Gemeentewinkel.

De gemeente biedt leningen aan voor restauratie van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden (niet voor rijksmonumenten). De leningen bedragen maximaal € 50.000 met een rente die lager is dan de marktconforme rente. De gemeentelijke Subsidieverordening leningen voor restauratie kunt u raadplegen via de gemeentelijke website. Ook de lijst van gemeentelijke monumenten, beeldbepalende panden staat op deze site van karakteristieke waardevolle panden staan op deze site.

In bepaalde gevallen zijn er financiële ondersteunende mogelijkheden voor gemeentelijke monumenten via het Nationaal Restauratiefonds (leningen) of de provincie Noord-Brabant. Meer informatie hierover vindt u op restauratiefonds.nl en www.brabant.nl

U kunt voor een relatief laag bedrag een abonnement nemen bij de Monumentenwacht Noord-Brabant in Den Bosch. Voor abonnees verricht de Monumentenwacht tegen betaling bouwkundige inspecties, geeft zij onderhoudsadviezen en voert zij zo nodig kleine reparaties uit. Hierdoor kunnen gebreken al vroeg worden hersteld tegen relatief lage kosten. Dat voorkomt dat herstel van het gebrek, maar vooral de eventuele vervolgschade, later veel kosten met zich mee brengt.

Monumentenwacht Noord-Brabant
Brabantlaan 3G,
5216 TV  ’s-Hertogenbosch